Teksten Stilteviering Zomer

02 juni 2021

Juni 2020

 

Onze vertrouwde maakbare wereld, vol tegenstellingen tussen arm en rijk,

gezondheid en economie, natuur en milieu.

Deze wereld als een kaartenhuis in elkaar gestort

door een wereldwijde pandemie. Niets lijkt meer zoals het was.

Onze nieuwe wereld, zo anders.

Afstand van elkaar houden, bedrijven gesloten.

Thuiswerken en discussies over mondkapjes.

Weinig of geen contact met onze dierbaren in verpleegtehuizen,

risicogroepen of kleinkinderen.

Eenzaamheid, leven tussen angst en onzekerheid.

Wordt dit het nieuwe normaal

Onze nieuwe maakbare wereld,

de stilte weer horen,

het – er zijn voor een ander.

Mogelijkheden zien om dankzij de pandemie

geluk te ervaren en te delen,

het leven te accepteren zoals het is.

Wordt dit mijn nieuwe leven in het nieuwe normaal?

Het antwoord wil ik niet weten,

want dat is het leven niet.

De vragen wil ik leven

om uiteindelijk te kunnen voelen dat ik in de antwoorden leef.

 

Vertrouwen, een ingeboren kwaliteit

als zaad in mij gelegd.

Verbonden met Zijn.

Vertrouwen geeft rust, ruimte, een gewortelde bodem, een wijde blik

Vertrouwen is een zielskwaliteit waaruit de hoop ontspringt.

Vertrouwen gééft vertrouwen; vertrouwen aan een kind gegeven laat het zich ontwikkelen.

Vertrouwen biedt mogelijkheden;

De ander benaderen vanuit vertrouwen.

Iemand die mij het vertrouwen schenkt bevestigt mij in wie ik ben.

 

 

 

2019

De Akelei (Ida Gerhardt)
Toen hij het kleine plantje vond, boog hij aandachtig naar de grond
en dan, om wortels en om mos groef hij de fijne aarde los,
voorzichtig – dat zijn hand niets schond.
Behoedzaam rondom aangevat droeg hij het langs het slingerpad
van bos en akker voor zich uit,
en schoof het thuis in ’t licht der ruit zoals hij het gevonden had.
Dan, fluitende en welgezind mengde hij zoekend eerst de tint;
diepblauw en zwart ineen gevloeid, met enk’le druppels rood doorgloeid,
dat het tot purper samenbindt.
En uur aan uur trok stil voorbij;
zó diep verzonken werkte hij,dat het hem soms was of zijn hand
de vezels tastte van de plant-
zo glanzend kwam de omtrek vrij.
Totdat het gaaf te prijken stond:
de wortels scheem’rend afgerond,het uitgesprongen groene blad
scherp in zijn karteling gevat
tegen de lichte achtergrond;
de bloemkroon purper violet,de hokjes om het hart gebed
en boven de geknikte steel
de honingsporen, het juweel vijfvlakkig: kantig neergezet.
In ’t vallend donker toefde hij nog dralend bij zijn akelei;
dan, in het laatste licht van ’t raam schreef hij de letters van zijn naam
en ’t jaartal glimlachend erbij.

Zomerochtend  (Jos van Hest)
Boomtoppen vangen het eerste licht
de lege weg ligt klaar
we kunnen overal heen
maar we zijn al overal

De waterlelie (Frederik van Eeden)

 
Ik heb de witte waterlelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht.
Rijzend uit donker-koele vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenst niet meer…



Deel dit artikel